top of page

1 juni 2023

Wat een week vol stress en geregel!

Als je de berg op rijdt krijg je knopen in je maag.

Want kan ik dit?

Startnummer ophalen, mijn spandoek inleveren.

Wat zeg je dat kan niet meer, ze zijn al weg?

Ik ben te laat?

Weer in de auto stappen om die berg weer af te rijden om de vrijwilligers te vinden die de spandoeken ophangen.

En als je ze dan vind en alleen maar huilend kan uitbrengen: willen jullie deze alsjeblieft ook nog ophangen?


De dag voor de alpe d’huzes was ik 1 brok zenuwen en steeds compleet in tranen en dacht echt ik ga dit echt niet redden. Als je die 21 bochten al op of afrijdt met de auto dan zakt de moed in je schoenen want het is een heel end en alleen maar omhoog.


Dit x was ik niet in de conditie als 5 jaar geleden dit mede door heupproblemen.

Ik was wel op dieet gegaan en 10 kg afgevallen dat helpt in ieder geval een beetje.

Maar ik had geen goed gevoel.


Op de dag zelf om half 2 opgestaan want je moet voor half 4 die berg af zijn.

Verbazingwekkend, maar ik voelde me goed had er zelfs zin in.

Dan is het wachten tot je mag starten vanaf half 5.

Om half 5 start je in het centrum van  Le Bourg d’oisans.

Gelukkig is daar koffie want het was koud.

1 wc en honderden mensen moesten toch nog even.

Euh ik dus ook!


En dan is daar die start, de eerste paar 100 m nog wat onzeker en dan is daar die eerste klim.

Je hoort de trappers van de wielrenners, de berg is nog donker maar bij alle bochten, de brandende kaarsen die er staan voor ieder die iemand aan deze ziekte is verloren. Daar wordt je stil van.

Heel stil.

Ieder die hier loopt, rent, fietst doet het voor iemand. Ieder heeft zijn verhaal.

Je voelt het verdriet van de ander.


En dan klim je 21 bochten naar boven, een meer dan 14 km lange klim.

Elke stap voelde ik mijn zus en mijn moeder bij me.

In bocht 9 hadden we kaars voor m’n moeder laten neerzetten, zij was in september jarig.

Een hele mooie bocht is bocht 9. Helaas kon ik haar kaars niet terugvinden er stonden er zoveel.


En dan weer verder naar de volgende bocht. Toen we de draai naar de volgende bocht maakte hing mijn spandoek daar voor mijn zus.

En shinen deed ze.

De tranen kon ik niet meer bedwingen maar toch, wat een mooi moment was dat.

Daar zijn we even in de zon gaan zitten.

En toen weer verder naar boven. Want ja, je moet wel boven komen.

Het was pittig.


In bocht 4 hadden we een kaars voor m’n zus laten neerzetten, zij was in april jarig. Een mooie, serene bocht. Deze kaars vonden we wel terug.

Op dat moment dacht ik pas echt volgens mij ga ik het gewoon halen.


Als je denkt, ah nog maar 4 bochten kom je van een koude kermis thuis want het zijn 4 lange zware stukken.

Gelukkig kom je nog door een dorp en klappen alle toeschouwers massaal en word je naam geroepen.

Bijzonder!


En dan is daar die finish wat een euforie als je daar overheen komt.

Wat een gevoel, dat is met geen pen te beschrijven.

Tranen rollen van verdriet maar ook van blijdschap.

Het mooiste moment op de berg blijft toch het zien van het spandoek van mijn allerliefste zus.


Maar: I did it!  

Met de steun van Frank, die elke stap bij me was. De support van mijn kinderen, mijn familie, vrienden en lieve collega’s maar in het bijzonder van Wout, mijn zwager.


Volgens iedereen zou mijn zus trots op me zijn, ik was het zeker op haar.


Geen berg is te hoog voor haar! ❤️


Deze al gelezen?
bottom of page